En dan sta je er alleen voor

In 2015 verloor student Emma Kemp haar moeder aan kanker, een jaar later haar vader. Ze is haar veiligheid en zorgeloosheid kwijt, maar ook haar angst om beslissingen te nemen. ‘Ik spring nu wat vaker in het diepe. Mijn moeder moedigt me in gedachten aan. Het voelt soms alsof we gewoon nog gesprekken voeren samen.’

Haar kersverse huisgenoten weten nog van niets. Daarom wil ze voor het interview niet in haar studentenkamer afspreken. Twee ouders die allebei overleden zijn aan kanker, wanneer breng je dat in godsnaam ter sprake? Niet dat UvA-student Emma Kemp (23) er een geheim van maakt.

‘Soms vragen mensen ernaar en dan ben ik er open over,’ vertelt ze in de lobby van het Amrath
Hotel. Ze wijst op een zwierige tatoeage op haar linkerbovenarm – de handtekening van haar moeder. ‘Vooral als ze dit zien. Maar weinig mensen vragen echt door. Vaak begin ik dan maar uit mezelf te vertellen, uit ongemak. Ik wil niet dat anderen zich opgelaten voelen.’

Emma was pas tien jaar toen bij haar moeder een zeldzame vorm van huidkanker werd ontdekt. Haar halve leven woonde ze met een zieke ouder in huis, al merkte Emma daar zelf niet veel van. ‘Mijn moeder was een ontzettend positief mens. Ze wilde niet dat mijn broer en ik veel van haar ziekte merkten, we moesten ons vooral blijven ontwikkelen en een eigen leven hebben. De dag voordat ze overleed, op 16 maart 2015, zaten we nog op de bank te kletsen over mijn studie en toekomst. Alsof er niets aan de hand was. Zo was ze: altijd bezig met de mensen om haar heen.’

Een halfjaar later zou Emma naar Berlijn gaan om daar een minor te volgen. ‘Ik twijfelde of ik dat nog wel moest doen. Maar toen hoorde ik mijn moeders stem in mijn hoofd: je gáát hoor! Ik weet zeker dat ze dat zo leuk had gevonden.’ In Berlijn had ze de tijd van haar leven. Met haar vader was toen nog niets aan de hand – dacht ze. Achteraf bleken zich bij hem al vlak na haar moeders overlijden symptomen van longkanker voor te doen. ‘Toen ik met kerst in Nederland was, viel me al op dat hij erg was afgevallen. Hij was verward en vergat de simpelste dingen. Maar ik dacht er nog niet zoveel bij na. Hallo, hij was kort daarvoor zijn vrouw kwijtgeraakt. Logisch dat hij niet helemaal zichzelf was, toch?’

In het voorjaar werden de klachten erger. Emma’s vader had taalproblemen. Hij kon niet op woorden komen, schreef bijvoorbeeld een “m” als hij een “3” bedoelde. Door haar studie taalwetenschap wist ze dat dit foute boel was. ‘Ik was op weg naar de psycholoog toen mijn broer belde. “We zijn in het ziekenhuis,” zei hij. “De foto’s van papa zagen er niet goed uit. Het is misschien longkanker.” Totaal beduusd hing ik op. Het was eigenlijk de bedoeling dat ik met mijn psycholoog een afsluitend gesprek zou hebben, het ging net zo goed met me. Maar toen ik haar kamer binnenkwam en vertelde wat ik net had gehoord, zei ze: “Ik denk dat wij elkaar de komende weken nog wel even blijven zien.”’

In het ziekenhuis bleek dat de kanker zich al door zijn hele lichaam had verspreid, zoals zijn alvleesklier en hersenen. Haar vaders ziekbed duurde niet lang. Op 21 april 2016, iets meer dan een jaar na haar moeder, overleed hij in hetzelfde bed, thuis in Langedijk. Emma was erbij. ‘Daar ben ik dankbaar voor. Je hoort wel eens dat jongeren heel plotseling een ouder verliezen, bijvoorbeeld door een hartaanval. Dat lijkt me verschrikkelijk, ik heb in ieder geval nog afscheid kunnen nemen.’

Toch is het besef nog niet doorgedrongen. Als ze over haar vader praat, schakelt Emma regelmatig over naar de tegenwoordige tijd. ‘Het voelt alsof hij er nog is. Het is ook pas een jaar geleden, ik zag hem wel vaker langere tijd niet. In mijn hoofd is hij gewoon nog ergens op de wereld. Ik denk ook dat het een soort beschermingsmechanisme is: het rouwproces om mijn moeder is nog zo vers, die nieuwe emoties kan ik er eigenlijk niet bij hebben. Ik denk dat die klap nog komt.’

Na haar vaders dood besloot Emma haar studie even op een laag pitje te zetten. Sinds april volgt ze geen colleges meer. Er moest ook veel gedaan worden: het ouderlijk huis moest worden verkocht, de erfenis geregeld, de administratie op orde gebracht. Dat was niet altijd even makkelijk. Emma: ‘Dan moet je de zorgverzekering opbellen om te zeggen dat je geen gezinsverzekering meer wil, omdat het gezin niet meer bestaat. Best confronterend. Aan de andere kant weet ik nu wel veel. Dat er zoiets als een woonhuisverzekering bestaat bijvoorbeeld, en dat je elke maand elektra moet betalen. Toen mijn beste vriendin laatst zei dat ze niet eens wist bij welke verzekering ze zat omdat haar ouders dat allemaal voor haar regelen, dacht ik: ha, dat heb ik dus allemaal al een keer uitgezocht.’ Ze lacht, maar niet van harte. Het is een schamele troost.

‘Ik weet wel dat ik hulp kan vragen, maar toch doe ik het meeste liever zelf,’ zegt ze. ‘Het voelt goed om de touwtjes in handen te houden. Bij de verkoop van het huis hadden we een makelaar, maar dat was eigenlijk weggegooid geld. Ik heb de omschrijving van het huis zelf helemaal moeten herschrijven, want die van hem zat vol spelfouten. Stiekem vind ik het wel lekker om daarmee bezig te zijn.’

Of ze kan zeggen dat de dood van haar ouders haar op persoonlijk vlak iets heeft gebracht? Emma denkt even na. ‘Ik ben impulsiever geworden,’ zegt ze dan. ‘Vroeger kon ik uren piekeren om iets wel of niet te doen. Is het wel de goede keus? En wat nou als het mislukt? Nu spring ik wat vaker in het diepe, ik zie wel wat er uit komt. Na mijn moeders overlijden besloot ik bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis te gaan werken. Het bleek uiteindelijk niets voor mij te zijn. Maar ik heb het in ieder geval geprobeerd.’

Ook haar stage bij Booking.com kwam voort uit een ‘impulsidee’, vertelt ze. ‘Vlak voor mijn vader overleed, besloot ik te gaan verhuizen. Helemaal geen goed idee natuurlijk om in zo’n periode zoiets stressvols te doen. Maar ik ben blij dat ik het toch heb doorgezet, want doordat ik in dat huis woonde kon ik in de zomer in het hostel daar vlakbij gaan werken. En door die ervaring kwam ik weer terecht bij Booking.com. Het is een groot bedrijf, normaal gesproken zou ik daar een beetje huiverig van worden. Maar ook nu hoor ik weer de stem van mijn moeder. Zij heeft zelf bij ING gewerkt en moedigt mij in gedachten aan. Heel fijn, het voelt soms alsof we gewoon nog gesprekken voeren samen.’

Tegelijkertijd is Emma een stuk minder zorgeloos geworden. Als haar huisgenoten ’s nachts dronken hun bed in strompelden, liep haar hoofd nog steeds over van allerlei gedachten. ‘Andere studenten hebben altijd nog hun ouders om op terug te vallen. Maar ik heb niemand boven mij, ik moet het nu alleen doen. De veiligheid en zekerheid waar je ouders voor staan, is weg. Laatst moest ik bij mijn stage laten weten wie mijn contactpersoon was in geval van nood. Ik heb mijn beste vriendin opgegeven. Dat zijn van die momenten dat het even heel hard binnenkomt.’

Dit stuk verscheen in Folia. Bekijk hier het artikel in PDF.

Alleen op de wereld kopie 2

Geef een antwoord